De Betuwe 28 december 1889: stichtelijke woorden

deel drie over Weekblad De Betuwe

De kerstdagen hebben de redactie van De Betuwe (nog steeds een proefuitgave) aangezet tot een stichtelijke beschouwing over het herdenken van het afgelopen jaar onder de titel ‘Bij den uitgang’. Ze gebruikt daarbij fraaie bewoordingen als: ‘Nog slechts enkele dagen – en het jaar 1889 is weer voor immer in het onverzadelijk graf des tijds verdwenen.’ Wie terugblikt zal dat vooral doen over de mooie dingen van het jaar, ‘evenals men bij een stervende, dien men liefhad, zijne misslagen en gebreken met de mantel der liefde zoekt te bedekken om zijne deugden en goede eigenschappen des te beter te doen schitteren – evenzoo handelt ook onze herinnering, met wat het heengaande jaar ons gebracht heeft. En als we ons dan hebben gelaafd aan de fijne en positieve herinneringen volgt onvermijdelijk de vraag: ‘Hebt gij het heengaande jaar goed besteed?’ Wee hem, die tot de treurige conclusie komt dat: ‘gij ‘een kostelijk deel van uw korte leven verspild en verkwist’ hebt. Maar indien deze persoon berouw toont en zich ‘heilig en vast voorneemt het komende jaar zich te verbeteren, dan kan er nog veel hersteld worden’. Na deze moralistische woorden wenst de redactie haar lezers ‘Veel heil en zegen in 1890’.


De burgemeester wil onrust rond de Jaarwisseling vermijden en waarschuwt daarom zijn burgers.

Een ingezonden brief stelt de verkeerschaos aan de kaak en eist meer politietoezicht, hoewel er in 1889 niet veel meer verkeer zal zijn geweest dan een enkele paard-en-wagen.

Uit Elst meldt zich een nieuwe adverteerder. De tabakshandel van Peters zat na de oorlog naast Het Wapen van Elst in de Dorpsstraat, daarvóór op de hoek Rijksweg-Noord – Aamsepad (nu Thorbeckestraat) en daarvóór, zoals we kunnen afleiden uit deze advertentie in Café Spoorzicht. Van dit café, dat direct achter de overweg in de Aamsestraat stond, is bekend dat het in de jaren voor de oorlog uitgebaat werd door Slotboom en in de oorlog verwoest werd. In 1889 woonde Peters er dus.

De laatste zin van de advertentie slaat er vermoedelijk op dat de in de Arnhemse Courant vermelde treintijden niet correct waren.

Er staat nauwelijks nieuws over Elst in deze krant. Ja, een schoorsteenbrand.

Ook is een intrigerende ingezonden brief – in het dialect geschreven nog wel – opgenomen.

Hier is sprake van een manege in het dorp. Dat moet de ronde manege zijn die er indertijd achter hotel-café De Vereeniging lag. Als je de briefschrijver mag geloven bestond de rijschool in de manege in 1889 al een mensenleven lang. Over het huidige aanbod is hij niet erg tevreden. Vroeger was het er een drukte van belang, maar nu vergelijkt hij de rijschool met een oud paard: ‘stil, bedôard en duut zachtjes ôan’. Briefschrijver hoopt met deze brief te bereiken dat de rijschool weer zal opleven.

In de rubriek ‘Allerlei’ plaatst de Betuwe elke week enkele mopjes. Ter afsluiting volgt er hier een.

(wordt vervolgd)

Rudi Liebrand