Weekblad de Betuwe van 1940 tot en met 1959 nu ook digitaal beschikbaar!

Gesponsord door Auto Witjes heeft Marithaime weer twintig jaargangen van het Weekblad De Betuwe kunnen digitaliseren. Zo is weer een groot stuk geschiedenis van Elst terug te lezen. Vooralsnog zijn de teksten alleen in te zien tijdens de Marithaime-inloopochtenden op woensdagen. Zeer interessant is hoe de oorlogsjaren beschreven zijn. Na alle vorige artikelen over het begin van De Betuwe in 1889 en over ‘Honderd jaar geleden’ maken we in dit artikel een begin met de beschrijving van de berichtgeving over de Tweede Wereld oorlog, te beginnen 85 jaar geleden.

De oorlog nadert.

12 april 1940

Het leggen van zeemijnen ter bescherming van de havens van Scandinavië door de Engelse marine had direct consequenties. ‘Krachtens deze opvatting meende men van Duitsche zijde gerechtigd te zijn om het recht in eigen handen te nemen en tegen deze landen op te treden’. In de nacht van 8 op 9 april bezetten Duitse troepen de havens en gebieden van Noorwegen en Denemarken.

Het bericht eindigt in mineur. Maar van wat er nog zou komen was men nog in het ongewisse.

In Elst keert burgemeester de Leeuw terug op zijn post, hij heeft zijn huwelijksreis in verband met de buitenlandse gebeurtenissen vervroegd afgebroken. De luchtbeschermingsdienst is geactiveerd.

19 april 1940

Onze ergste vijand is het gerucht’. Hiermee opende de krant deze week. Probeert men de burger gerust te stellen? Het bericht eindigt met een oproep aan de burgers:

Ondertussen worden de teugels aangetrokken. Een bericht meldt dat spionage streng bestraft zal worden. Een nieuwe wet verhoogt de straffen voor ‘openbaarmaking of aan buitenlansche mogendheden bekendmaken van zaken waarvan de geheimhouding door het belang van den Staat wordt geboden’. Hoge straffen staan op landverraad en voor hen die een aanslag plegen tegen de veiligheid van de Staat.

In Elst maakt men zich druk over heel iets anders: ‘De klachten over de slechte onnauwkeurige aanwijzing door de klokken van onze majestueuze Maarten-toren blijven aanhouden. Naar alle windstreken is het anders, maar de wijzerplaat die naar het westen gericht staat is wel het meest van streek’.

Wel is er aandacht voor de onbestemde toekomst:

Ook wordt melding gemaakt van de beslissing van de regering dat elke verbruiker van benzine een identiteitsbewijs kan verwachten dat nodig is voor het geval een regeling voor benzinedistributie (lees rantsoenring) zal moeten worden ingevoerd.

26 april 1940

Berichten in de krant worden dreigender. Enerzijds probeert men het volk gerust te stellen, maar anderzijds te waarschuwen en via nieuwe richtlijnen wordt de vrijheid ingeperkt, in staatsbelang.

De oproep geen geruchten te verspreiden (19 april) wordt in deze krant herhaald, maar nog versterkt met de volgende uitspraken.

Kanker niet. Deze tijd mag Nederland geenkankeraars kennen, Land en volk kunnen slechts door vastberaden eensgezindheid de zorgen en moeilijkheden overwinnen. (…)
Wilt u Nederlander blijven? Bestrijdt dan óók den kwaden kanker van misdadige gezagsondermijning.
Weest dankbaar! Weest God dankbaar dat u Nederlander bent. (…) Alleen een sterk leger, waarachter een volk staat, dat bereid is voor behoud van zijn vrijheid offers en ontberingen te dragen, kan een land buiten den oorlog houden.’

Het Militair gezag vaardigt nieuwe richtlijnen uit : voor openbare vergaderingen, bijeenkomsten en optochten zal een schriftelijke vergunning van het militair gezag moeten worden aangevraagd bij de burgemeester. Wie zich niet houdt aan deze richtlijn kan worden gestraft met een ‘hechtenis van ten hoogste zeshonderd gulden’.

Het goede nieuws is dat gestart is met de reparatie van de torenklokken

3 mei 1940
Het opmerkelijke van de krant van 3 mei, slechts een week voor de Duitse inval, er geen enkel artikel over het naderende onheil geplaats is. Was men niet bezorgd of wilde men die zorg niet meer uitspreken?. De krant opent met een lang artikel over de stand van de gewassen. Door de lange en koude winter kon het land in maart nog niet bewerkt worden.

Wel wordt de mogelijkheid van een brandstoffendistributie geopperd.

De voorbereidingen van het Concours Hippique op Tweede Pinksterdag door de Elster Rijvereniging gaan gewoon door.

10 mei 1940

In de nacht van 10 mei start de invasie van de Duitse legers. De krant was ongetwijfeld al gedrukt, en maakt hier dus geen melding van, maar of alle abonnees hem deze dag hebben ontvangen is de vraag.

De krant opent wel met de weergave van een radiorede van de Minister-President De Geer. Hij doet nog maar eens een beroep op het Nederlanderschap en benadrukt het belang van neutraliteit. Hieronder volgen enkele citaten.

De regering heeft met spoed een nieuwe maatregel genomen:

In het land zijn 21 personen opgepakt.

Volgende maand meer over de eerste krant in oorlogstijd.