Europahal

Uit publicaties van de Arnhemse Courant.

Op 14 februari 1967 kwamen een 70-tal personen uit het bedrijfsleven in café Hoogveld bij elkaar onder voorzitterschap van H. van Dijk om de belangstelling te peilen voor realisatie van een expositiehal. Het idee was ontstaan tijdens de najaars-paardenmarkt met de agrarische beurs in Elst. Beide evenementen  draaiden goed, maar de ontvangst van de vele markt- en beursbezoekers kon beter. De vergadering leidde tot een commissie van voorbereiding, bestaande uit de heren Tap, Slotboom, Van de Linden, Kamps, Dalhuisen, Peters en gemeentesecretaris G. Sterrenberg.

De semipermanente Europahal  van 80 x 45 meter werd in augustus 1967 nog voor de najaars-paardenmarkt in gebruik genomen met Elbeto (Elster bedrijfstentoonstelling). Het stichtingsbestuur had met 45 Elster bedrijven 5-jarige contracten afgesloten met het oog op in te nemen ruimten tijdens tentoonstellingen in het voor- en najaar, waarbij werd gerekend op 12.000 bezoekers.

Op 24 februar1 1971 vertelde burgemeester F.W.M. baron van Hövel tot Westenflier, dat de mededeling van het stichtingsbestuur om de Europahal mogelijk te sluiten tot een schokeffect had geleid. Hij sprak de hoop uit dat de hal voor deze streek behouden zou blijven en zou het betreuren, als de evenementen daarin voor Elst verloren zouden gaan. Dat waren de jaarlijkse pluimveetentoonstelling, twee hengstenkeuringen, twee merriekeuringen, een fokvee-dag, een schapen-fokvee-dag, twee Welsh-Ponykeuringen, het internationaal indoor concours hippique en twee hondenshows. Verder werd de hal gebruikt door de afdelingen voetbal van Elistha en Spero, korfbalvereniging Elko’70, afdeling handbal van Elistha en de badmintonclub Elst, die per avond 11 banen nodig had en twee avonden per week in de zaal trainde.

Het grote probleem voor het bestuur was de hoogte van de jaarlijkse exploitatielasten en met name de aflossing van de leningen. Een overname van kosten door de gemeente vond het college te veel van het goede.
Er kwamen in gesprekken over het behoud van de hal diverse ideeën langs, die het niet hebben gehaald, zoals verplaatsing van de hal naar het industrieterrein. Het bevorderen van  de Europahal tot gewesthal, een suggestie van J.J.M. Taminau, voorzitter van de stichting paardensport Europahal Elst, die voorzag dat de paardensport zich zou ontwikkelen tot volksrecreatie, redde het ook niet.

Op 5 oktober 1971 stond in de Arnhemse Courant te lezen, dat de Europahal Elst dicht ging. De consequentie was dat Elst een aantal activiteiten kwijtraakte:

  • Het jaarlijks internationale concours hippique dat 5 dagen duurde.
  • De grote jaarlijkse hengstenkeuring van het Warmbloed Paarden stamboek Nederland dat in Elst al 75 kaar heeft plaatsgehad.
  • De nationale pluimveetentoonstelling, de jaarlijkse ‘Gelreshow’, die normaliter zo’n 2500 inzendingen telde.
  • Het nationale ponyconcours.
  • Diverse ponykeuringen en hondententoonstellingen.

Die activiteiten werden verplaatst naar onder meer de Rijnhal in Arnhem, naar Nijmegen en naar Barneveld. De schapenfokdag was reeds eerder ‘afgevloeid’ naar Kesteren. De sportactiviteiten gingen over naar de nieuw te bouwen sporthal De Helster.

De onvrede bij V.V.V. en vele zakenlieden over de gang van zaken was groot. Liever had men gezien dat de gemeente over de brug was gekomen om de hal voor Elst te behouden.