Ter herdenking van W.L. van Dijk, G. de Koning en A.M.M. Puthaar

Op 14 september 1944 werden in Elst drie onschuldige mannen W.L. van Dijk, G. de Koning en A.M.M. Puthaar op het plein voor het Gemeentehuis door Duitsers doodgeschoten, gefusilleerd. Op de plek van deze gruwelijke gebeurtenis staat nu een herdenkingsmonument.

Marithaime beschikt over een brief die Harm de Koning, de zoon van een van de slachtoffers, op 4 oktober 1944 aan bekenden schreef, en waarin hij uit de doeken deed wat er die fatale 14e september gebeurde. We nemen hier een kopie van het begin van de brief en een uitgetypte versie op.

Rudi Liebrand.

Klik op de afbeeldingen voor een vergroting.

Leiden, 4 Oktober 1944

Beste Cor en Truus,

Dezer dagen vernam ik dat de post toch nog z’n best doet en doorgaans overkomt. Hoe, zal ons in vele gevallen een raadsel zijn. In elk geval probeer ik jullie op deze wijze te bereiken. Er valt jullie het een en ander te vertellen.

Helaas is het nieuws, het voornaamste nieuws althans niet prettig. Een rouwkaart zullen jullie waarschijnlijk ook niet hebben gekregen. Door de oorlogshandelingen zijn deze vermoedelijk in Elst verloren gegaan. Vader is n.l. overleden op 14 September j.l. Het tragische is, dat het overlijden niet plaats vond na ziekte of iets dergelijks. Vader is n.l. door de Duitsche S.S. doodgeschoten. Zoomaar. Met het hoofd van de Katholieke Jongensschool die tegenover ons woont in Elst en met de directeur van het bijkantoor van de Raad van Arbeid te Elst. Bijzonder tragisch omdat deze drie-voudige moord plaats vond drie dagen voor de aanval op Arnhem en Nijmegen.

Wanneer ik jullie de heele geschiedenis in bijzonderheden zou schrijven zou dat uren vergen. Ik hoop dat er binnen afzienbare tijd mondeling daartoe de gelegenheid hebben. In telegramstijl wil ik echter het voornaamste melden. Volgens de du. zouden er in de eerste weken van september dingen in en om Elst hebben plaats gevonden die de indruk van sabotage wekten. Donderdagmorgen 14 Sept. werd weer zoo’n geval gemeld. De S.S. werd er op uitgestuurd om daar in Elst maar eens een voorbeeld te stellen.

Van de burg. van Elst hebben de drie SS-lieden een lijst met namen gekregen waarop ook vader stond. Tegen eenen ’s middags werd gebeld –allen zaten aan tafel te eten- en vroeg een du. militair of vader even bij de orts. komm. wilde komen. Vader, zoals hij was: niets kwaads denkend of overmoedend, ging en was tien minuten later dood. Aan de slachtoffers is medegedeeld dat zij tot voorbeeld voor beter gedrag zouden dienen en onmiddellijk standrechtelijk zouden worden doodgeschoten. Gedrieën zijn ze toen op straat, ten aanschouwe van de op straat aanwezige menschen neergeknald.

Vader heeft nog gelegenheid gehad een boodschap aan een dame achter te laten n.l. een groet voor moeder en ons. Verder heeft deze zelfde dame nog gezien en gehoord, dat vader, geknield en met opgeheven handen zei: ‘O God, wees mij…’ Toen klonk het salvo voor alle drie. Vader had vier schoten in de slaap, een in hartstreek, een in long en een in arm. Op het moment van het salvo voelde moeder, dat het voor vader was. Gezien moeders toestand, (hartpatiënte) heeft ze zich kranig gehouden.

De lijken zijn toen op een voddenkar, zonder iets eroverheen, bloedend en wel, vervoerd naar het kerkhof. Met veel moeite is gedaan gekregen dat de lijken nog van zaterdagsmorgens vijf uur tot maandagmorgens zes uur hier mochten zijn. Maandagmiddag is vader, onder zeer beperkende voorwaarden begraven. Allen hebben we nog Elst kunnen bereiken. Behalve Ada, Ineke en de verloofdes van Henk en Gijs. Ik alleen ben echter nog Elst uitgekomen daarop woensdag 20 sept. na eerst parachutisten gesproken en ook nog geholpen te hebben. Elst zelf is zeer waarschijnlijk één puinhoop. Ook ons huis. Moeder en de anderenzijn geëvacueerd, op eigen initiatief op 19 sept. naar een boerderij op ± 5 km. ten Z.Z.O. van Elst. We hopen dat ze er allen het levend zullen afbrengen. Helemaal gerust zullen we pas zijn als we ze weer zien. We hopen dat de reactie bij moeder niet een ernstig verloop zal hebben.

Voor het gebeurde zijn géén woorden te vinden. Jullie zullen je onzer gevoelens kunnen indenken. Aan de andere kant zal vader nu niet meer met ons willen ruilen. Voor ons een troost maar –helaas?- geen bevredigende.

Overigens maken wij hier in Leiden het goed en hopen van jullie in Boskoop hetzelfde. Veel zou er nog te schrijven zijn. Mag ik het echter hierbij laten deze keer? Ons allerhartelijke groet van huis tot huis.

Ada, Harm, Ineke