Een nieuwe nieuwsbrief, een nieuwe kaart in de reeks oude kaarten, waarmee we de geschiedenis van Elst in de laatste twee eeuwen verkennen. Ditmaal de Topographische en Militaire Kaart van het Koningrijk der Nederlanden uit 1844.
De vorige keer bekeken we (de digitale versie van) de kadastrale minuutplan uit 1832. Die zag er zo uit.
Topographische en Militaire Kaart van het Koningrijk der Nederlanden (TMK), 1844
Zoals we zagen waren de kaarten van het Kadaster opgesteld voor de grondbelasting. Defensie besefte dat zulke gedetailleerde en nauwkeurige kaarten ook van groot strategisch belang konden zijn. De kadastrale minuutplans werden daarom samengebracht op grote kaartbladen van ca. 90×60 centimeter in schaal 1:25.000. Elst komt voor op het kaartblad dat de hele oostelijke Over-Betuwe bestrijkt en delen van de Liemers en de Ooijpolder. Klik op bovenstaande uitsnede om de volledige kaart te bekijken bij het Nationaal Archief (NA, tg. 4.TOPO, inv. 9.138).
De percelering en plaatsing van gebouwen wijkt niet veel af van de kadastrale minuutplan. Logisch, want daar is deze kaart van afgeleid. Het belangrijkste verschil is dat deze kaart veel meer dan de minuutplans een ‘aangekleed’ landschap laat zien. Alle voor het leger interessant elementen in het landschap zijn ingetekend. Watergangen, losse bomen, bosjes… Ze zijn van praktisch nut voor de militair die de kaart liet maken, maar ze geven ons een indruk van hoe onze leefomgeving toen moet zijn geweest. Let vooral op alle bomen langs de perceelsgrenzen. Hieronder gaan we op deze aspecten in. Over de structuur van het dorp verwijzen we u naar deel 1 van deze serie.
Groen
Door het mooie kleurgebruik en de aankleding gaat het kaartbeeld echt leven. We kunnen ons zo proberen in te beelden hoe het dorp eruit moet hebben gezien. Bijna alle sloten worden vergezeld van bomen. Hierbij kunnen we vooral denken aan knotwilgen, maar ook struiken en bijvoorbeeld elzen kunnen best op slootkanten groeien. Knotwilgen zijn wel de meest praktische bomen. Met hun wortels houden ze de slootkant vast, en hun takken, die je elke paar jaar oogst, zijn nuttig voor allerhande zaken.
Verder zien we veel grote groene vlakken rondom het dorp. Hoewel het bossen lijken, zagen we op de kadastrale minuutplan al dat dit vooral boomgaarden zijn. Maar we mogen ervan uitgaan dat dit allemaal hoogstamboomgaarden zijn. Ze drukken dus een duidelijk groen stempel op de omgeving van het dorp. Stel je voor hoe dat er in het voorjaar uitzag!
Langs verschillende wegen zien we bomenrijen ingetekend; het Aamsepad, de Groenestraat(!), Bemmelseweg, om er een paar te noemen. Op sommige plekken, zoals langs de Valburgseweg en Rijksweg-Noord zien we ook bredere stroken met bomen weergegeven. Dit zijn waarschijnlijk reststroken, die men toch enigszins productief heeft willen maken door ze aan te planten met (fruit)bomen. Bij de Valburgseweg valt het op dat de weg aan de oost- en westkant van deze strook veel breder is dan ter hoogte van de strook. Dit versterkt het vermoeden dat het om een brede berm van de weg ging, die beplant is.
Bij de Rijksweg-Noord zien we eigenlijk over bijna de gehele lengte een smalle strook aan de oostkant van de weg liggen, die deels beplant is. Dit is de zone waar in zijn gloriedagen de Grift heeft gelegen. Deze begin 17e eeuw aangelegde trekvaart tussen Arnhem en Nijmegen werd aan de westzijde begrensd door de Griftdijk (die bezand werd en zodoende een goed jaagpad vormde). Aan de oostzijde lag de Kleidijk, die dus niet bezand was. Toen deze kaart gemaakt was, had de Grift al aardig aan belang in moeten leveren. Op veel plekken is hij verzand. Alleen ter hoogte van het dorp zien we nog kleine stukjes met open water.
Symbolen op de kaart
Anders ook dan de minuutplans komen er op de TMK namen voor. Plaatsnamen, maar ook boerderijnamen, waternamen en afkortingen van objecten. Dat laatste zien we bijvoorbeeld op de Molenpol. Die naam staat niet op de kaart, maar is in Elst geen onbekende. Ten noorden van het dorp, op de weg naar Driel (die als Molen Straat op de kaart staat) staat op de hoek van de eerste zijstraat een symbooltje getekend. Het is een langgerekte X en erbij staat W.M. Dit is de windmolen die op de hoek stond van het toenmalige begin van de Snodenhoekse Straat, nu de Willem de Zwijgerstraat. Het huis dat nu op die hoek staat heet ook De Molenpol. De molen die er stond, de Planken Molen, stond op een kleine opgeworpen heuvel: de Molenpol.
Een andere afkorting vinden we op de hoek van de Valburgseweg en Hollanderbroeksestraat (hier Geer Straat genoemd; geer betekent schuin en slaat op het schuin weglopen van de Elster Zeeg vanaf de weg), toen ver buiten het dorp. Daar staat een H. Wijzer, oftewel een handwijzer. Een bord in de vorm van een wijzende hand die je duidelijk maakt dat het die kant op is naar Elst, die kant naar Driel en die kant naar Valburg. Op het kruispunt van de Korte Dorpsstraat – Rijksweg – Eshofsestraat moet er ook een gestaan hebben, al geeft de TMK dat niet aan. Die handwijzer had op twee van zijn armen staan “Arnhem 1,5 uur” en “Nijmegen 1,5 uur”. Afstanden werden in die tijd niet in kilometers (of Nederlandse mijlen, zoals die officieel heetten) maar in uren gaans aangegeven. Daar had je veel meer aan. Want op een gewone zand- of kleiweg deed je over een bepaalde afstand veel langer dan op een mooie begrinte weg of zelfs op een ‘kunstweg’, een bestrate weg oftewel een straatweg. En vanaf Elst was het dus naar de twee grote steden allebei anderhalf uur gaans.
Water- en boerderijnamen
Andere namen die we op de kaart zien zijn die van de vele en belangrijke waterwegen. Ver ten noorden van het dorp liggen de parallelle lijnen van de Wetering. De Wetering, oftewel afwatering, bestaat uit de noordelijke Rijnwetering en de zuidelijke Waalwetering. Er tussenin ligt de Weteringsewal. In de jaren 50 is de wal naar de zijkant geschoven, zodat een brede watergang ontstond. Op de wal is een weg aangelegd die nu de Eerste of Tweede Weteringsewal heet, aan de noord- respectievelijk zuidkant van de wetering die we beter kennen als de Linge.
Op die wetering sluiten de kleinere afwateringen van de dorpen en buurschappen aan. Zo zien we helemaal in het westen en zuiden op bovenstaande uitsnede de Elstersche Zeeg. Net ten zuiden van de Wetering stroomt De Aamsche Zeeg en diagonaal over bijna het hele kaartbeeld loopt De Bemmelsche Zeeg. De komt logischerwijs van Bemmel af en stroomt langs De Eshof en Vreedenburg. Huize De Kleine Eshof staat er nog (naast de speeltuin) en Huis Vreedenburg ook, aan het eind van de mooie oprijlaan vanaf de Rijksweg-Noord, nét over de Bemmelse Zeeg. De Bemmelse Zeeg kruist de huidige Rijksweg-Noord schuin. Dat is nog altijd goed te zien aan de percelen aan de Rijksweg. Deze volgen de schuine lijn. Hetzelfde geldt voor het weggetje De Enk. Nu voert de Bemmelse Zeeg door een duiker, maar vroeger was er een bruggetje. Deze brug lag haaks op de zeeg en daardoor scheef op de weg. Hierdoor werd de burg de Schoekse Brug genoemd, oftewel de schuine brug.
Een andere boerderijnaam die we nog kennen is Wester Aam. We kennen dit als de naam van de boerderij waarin de Herbergier gevestigd is en natuurlijk van de naar deze boerderij vernoemde woonwijk. Op de kaart is deze naam echter ten oosten van Aam getekend. Het is niet helemaal duidelijk of dit een fout is, en zo nee, hoe die naam dan gegeven is aan een boerderij die ten oosten van Aam ligt en hoe die uiteindelijk bij de huidige boerderij is terechtgekomen.
Aan de andere kant van het dorp vinden we vlakbij de eerder genoemde handwijzer De Veestee. Deze naam is verbasterd tot Visstee en kennen we als het kleine zijstaatje van de Valburgseweg. Even ten zuiden ervan ligt De Vlastee, die we nu als de Vlasstee kennen. ‘Stee’ of ‘stede’ betekent ‘plaats/locatie’. Vergelijk bijvoorbeeld ‘bedstee’. In dit licht is ‘veestee’ in de Betuwe veel logischer dan ‘visstee’.
Tol
Wie bij Elst aan het woord tol denkt, denkt als snel aan De Oude Tol, aan de Rijksweg-Noord bij de Linge. Deze ‘Tol bij Zevenbruggen’ werd begin 17e eeuw opgericht toen de Grift werd aangelegd. Voor het gebruik hiervan, evenals van de relatief goed begaanbare bezande weg die ernaast lag (de Griftdijk) moest je betalen. Arnhem en Nijmegen wilden hun investering natuurlijk terugverdienen. In Elst werd er op twee plaatsen tol geheven, zoals we op de TMK zien. Bij de Oude Tol, ten noorden van het dorp, en bij een Tol zonder specifieke naam ten zuiden van het dorp, bij de brug over de Elstersche Zeeg. De Oude Tol was inmiddels meer dan alleen de tolwachterswoning geworden: de TMK geeft aan dat het een herberg is.
Er is vast nog veel meer over deze kaart te vertellen. Maar het is veel leuker om zelf de kaart te gaan ontdekken. Klik op het kaartje hierboven om het origineel in het Nationaal Archief te bekijken.