GROESBEEK – Het Vrijheidsmuseum in Groesbeek heeft een bijzonder fotoalbum in handen gekregen van een Britse welzijnswerker uit de Tweede Wereldoorlog. Hoewel Jack Speller wegens gewetensbezwaren de dienstplicht had ontlopen, belandde hij aan het front om militairen vertroosting te bieden op misschien wel de meest Britse manier: met een bakje thee.
“Het was allemaal gericht op het mentale welzijn van de militairen”, vertelt Rense Havinga van het Vrijheidsmuseum aan de NOS over de mobiele kantine waarmee Speller van Normandië tot Nijmegen de troepen aandeed. “Een kopje thee betekende dat er aan je werd gedacht. En het was even een momentje iets anders dan de oorlog.”
Welzijnswerk in leger
De rechter had Speller in 1940 een alternatieve dienstplicht gegeven vanwege zijn uitgesproken pacifistische overtuigingen. Gedurende de oorlog groeide echter zijn wil toch iets te doen tegen de nazi’s. Hij meldde zich daarom bij de YMCA, de jongerenorganisatie die tijdens oorlog werd ingezet voor welzijnswerk in het leger.
“Juist omdat hij een pacifist was, wilde hij denk ik iets doen voor de mensen die zo leden onder de oorlog”, redeneert zijn dochter Marcelle, die het album vanavond officieel overhandigt aan het museum. “Hij werd erg geraakt toen hij zag wat ze allemaal meemaakten.”
Soldaten in het tweede ‘leave centre’ van Jack Speller© Vrijheidsmuseum – Collectie Speller
Verse oorlogsgraven op de stranden van Normandië maakten grote indruk op Speller toen hij er vier dagen na D-day arriveerde, met granaathulzen als vazen voor rouwboeketten. Op zijn theeritten passeerde hij uitgebrande tanks, achtergelaten paardenkadavers en militairen die op brancards werden afgevoerd.
‘Dienstweigeraars geen lafaards’
“Het vooroordeel dat dienstweigeraars lafaards zijn heeft hij flink ontkracht”, vindt Havinga. “Hij zat meerdere keren echt in de vuurlinie.”
Militairen zagen zijn busje dan maar al te graag aankomen. “Zodra iemand de rode YMCA-driehoek zag werd er geroepen “De YM is er!”, vertelde Speller zijn dochter ooit. “In een oogwenk stond er dan een min of meer nette rij en gonsde het van: ‘Heb je ook…?'” Zijn diensten waren onmisbaar voor het moreel, meende Speller, al gaf hij ook toe dat de gemiddelde tommy tevreden was met alles wat maar wet and warm was.
De Y.M.C.A. thee bus in Elst, toen de Betuwe door de bezetter onder water gezet was.© Vrijheidsmuseum – Collectie Speller
Speller maakte zo de opmars door Frankrijk mee en de bevrijding van België. Daarna begon hij met 90 liter thee aan operatie Market Garden. Omdat Arnhem daarbij een brug te ver bleek, werd de regio Nijmegen maandenlang tussenstation voor Speller en honderdduizenden militairen. Het gaf hem de kans meer psychische zorg te bieden: hij zette een rustcentrum op voor militairen die eraan onderdoor dreigden te gaan.
“Als iemand het breekpunt naderde, zag je dat vooral in zijn ogen. Hardheid in hun ogen en moeheid in hun gelaat”, herinnerde Speller zich. “Het waren jonge jongens met de zorgen van oude mannen.”
Trots op vader
Havinga is blij dat Speller zijn werk op foto’s heeft vastgelegd. Veel is er namelijk niet bekend over deze vorm van frontzorg. “We kennen vooral het beeld van Nijmegen als verloflocatie vanuit de burgers: uitspattingen van soldaten die feesten en achter de vrouwen aan zitten. Maar dit laat een hele andere kant van dat verlof zien. Een Nijmegen waar soldaten met wie het slecht ging werden opgevangen.”
Marcelle is trots op de rol die haar vader daarin heeft gespeeld. Met het geweld in Oekraïne en Israël denkt ze dat haar vaders verhaal ook vandaag nog relevant is. “Er is een Ierse uitdrukking dat het beter is om een kaars aan te steken dan de duisternis te vervloeken. Mijn vader heeft die ene kaars aangestoken.”