Archeologische vondsten gedetermineerd

In maar 2023 werd een oproep gedaan voor de identificatie en beschrijving van aardewerkscherven die door Ton Bredie in de jaren 1970-80 in Elst en Lent waren verzameld. Deze vondsten zijn via ons lid Peter van den Broeke voor dat doel terechtgekomen bij de afdeling Nijmegen en omstreken van de AWN, de Nederlandse vereniging van vrijwilligers in de archeologie. Zij determineren en beschrijven vondsten van oud onderzoek uit het werkgebied van de afdeling als tussenstap voor opname van de vondsten en de documentatie in het Depot voor Bodemvondsten van de provincie Gelderland.

De vindplaats op de hoek Landaspad/Lingestraat (Aam) was al bekend door eerdere vondsten, met een datering vanaf de late ijzertijd (250-19 v.Chr.) tot en met de late middeleeuwen (ca. 1200-1500 n.Chr.). Onder de nu beschreven vondsten zijn er verscheidene tientallen die uit een nog iets eerdere periode dan de late ijzertijd kunnen dateren, namelijk uit de midden-ijzertijd (500-250 v.Chr.). Dat minder scherven uit latere perioden stammen (Romeinse tijd, vroege en late middeleeuwen) laat onverlet dat ze een langdurige bewoning weerspiegelen. Dat blijkt ook al uit het toponiem Zwarte Hof, dat duidt op de donkere grond die door eeuwenlang gebruik is ontstaan.

De vondsten uit Lent waren door Bredie verzameld langs de Steltsestraat. Een nadere plaatsbepaling voor de vindplaats langs de ruim 600 m lange straat ontbrak echter. Naspeuringen en navraag door AWN-lid Ben Teubner leerden dat die plek waarschijnlijk nabij de Hortensiastraat lag, waar in de jaren 1970-80 bouwwerkzaamheden plaatsvonden. De enkele honderden aardewerkscherven dateren in dit geval mogelijk zonder uitzondering uit het tijdvak 350-200 v.Chr., een periode binnen de ijzertijd waarin relatief veel grof aardewerk werd geproduceerd. Het werd ook slechts bij uitzondering versierd, doorgaans met vingertopindrukken, groeflijnen of kamstreken. Zulk aardewerk werd in heel Midden- en Zuid-Nederland – nog zonder pottenbakkersschijf – vervaardigd, mogelijk in elke boerderij van de toen nog geheel agrarische maatschappij. De woonplaats bij de Steltsestraat was ongetwijfeld minder uitzonderlijk dan het grafveld uit de 6e eeuw v.Chr. dat verderop in dezelfde straat is gevonden. Dat heeft, onder meer door de bijzetting van vrouwen met bronzen hoofdsieraden, een plaats gekregen in de geschiedenis van Gelderland, die in 2022 gepubliceerd is onder de titel Verhaal van Gelderland.

Peter van den Broeke