Dagtocht Ouderen Elst 1948-1998

Uit: “50 jaar ouderenzorg in Elst1954-2004”, geschreven door Herman Polman en zijn dochter Meike Polman.

In een bijeenkomst van het bestuur van de Bond van Staatspensionering afd. Elst werd het plan gemaakt om jaarlijks voor de ouden van dagen een uitgaansdag te organiseren. In vele delen van Nederland geschiedde dit reeds ieder jaar en werd het tijd dat Elst hier ook aan ging deelnemen.

Het initiatief werd voor 1948 genomen door de heren Bronk, van Twuyver, Van Houten, Hendriks, A. Jacobs en mej. Jacobs.

Het hierboven vermelde initiatief heeft geleid tot een van de meest geslaagde evenementen die in Elst zijn georganiseerd. Er werd aan B&W toestemming gevraagd een collecte voor de uitgaansdag te mogen organiseren en na de verleende toestemming gingen drie dames op pad. Later werden dat er wel tien, vertelde dhr. Offermans. Volgens de voorzitter van DOE (Dagtocht Ouderen Elst), ontstond later zelfs een soort wedstrijd welke collectante het meest zou ophalen, maar hij wist niet of sommigen van hen ooit wat eigen geld in de bus stopten om zo bovenaan de lijst te komen. De collectantes vroegen in de huizen waar ze aanbelden of aanklopten meteen of daar ook bejaarden woonden die wel mee wilden. Het resultaat van de collecte en van de opgave was groot genoeg om de eerste reis te organiseren.

Het was opvallend, dat in het zwaar verzuilde Elst eind jaren veertig het bejaardenreisje vanaf het begin open stond voor alle gezindtes; met enige overdrijving zou je kunnen zeggen, dat de neutrale, zelfs ietwat rode bond van staatspensionering afd. Elst in ons dorp de eerste stappen heeft gezet tot de later zo populaire oecumene. Vanaf de eerste reis gingen er steeds een dominee en een pastoor of kapelaan mee, die afwisselend het gebed verrichtten voor het diner dan wel het dankgebed erna.

De eerste reis ging, met enkele bussen van de Velox en personenwagens van particulieren, naar de Grebbeberg. Daar werden ook enkele jongens uit Elst herdacht die daar waren gesneuveld. Verscheidene reizigers werden tot tranen toe geroerd. Vervolgens ging de reis verder naar Ouwehands Dierenpark, voor velen iets nieuws. Zij hadden wel over wilde dieren gelezen of gehoord, maar nog nooit in levenden lijve gezien.

De kwaliteit van de autobussen in die tijd was minder dan waarmee wij verwend zijn en de achterste bus kreeg dan ook pech, terwijl de anderen gewoon doorreden. De chauffeur zette zijn voertuig aan de kant, maar na een tijd werd zijn bus door een toevallig passerende legerauto op sleeptouw genomen en met inhoud en al naar Arnhem gebracht. Daar werd het euvel snel verholpen en kon men weer aansluiten bij de rest. In Elst volgde met muziekgezelschappen Juliana en Henricus een glorieuze intocht.

Een stukje van het verslag van de eerste reis dat opgestuurd is naar “Beste Dirk”. Bedoeld zal waarschijnlijk zijn Dik Herberts van de Betuwe:

Donderdagmorgen 19 Augustus vertoonde het dorpsbeeld een meer dan normale drukte. Wat was de oorzaak? In 4 bussen en 9 luxe auto’s, belangeloos door de eigenaars afgestaan, gingen de ouden van dagen een uitstapje doen. Toen het vertrek om half elf plaatsvond werden hartelijk uitgeleide gedaan door een geestdriftig belangstellende bevolking. Het was een fleurig gezicht deze lange sliert auto’s ons dorp in de richting van Arnhem te zien verlaten.

De eerste drie tochten

In 1949 mochten, vooral op aandringen van de burgemeester, ook de oudjes uit Lent en Elden mee. Het woord ‘oudje’ werd toen overigens heel vaak gebruikt in de krantenverslagen. Hoofddoel dat jaar was Amsterdam, waar de verkeerspolitie de stoet vooraf ging. Zoiets gebeurde in andere jaren ook in andere steden. En als er geen verkeerspolitie was, dan hielden groepscommandant Piet Wannet, opperwachtmeester Brouwer en motordeskundige Hemmie Arentsen het verdere Nederlandse verkeer wel tegen.

Het grootste deel van onze reizigers – aldus het jaarverslag – was nog nooit in Amsterdam geweest. Je hoorde tijdens de tocht uitroepen als: “wat een grote huizen; dat daar allemaal mensen wonen”. Zo’n verbazing komt ons nu wat wonderlijke over, maar veel bejaarden van toen kwamen eigenlijk zelden buiten de dorpsgrenzen. En als ze dan ooit in het buitenland waren geweest, dan was dat vooral Kevelaer voor de bedevaart of België tijdens de evacuatie. Het programma was wel wat overladen volgens de Gelderlander. Hoewel het bezoek aan Schiphol werd versneld en een rondvaart door de grachten helemaal niet doorging, kwam men toch een uur later dan gepland in Elst aan.

In 1950 riep een reis naar Scheveningen eenzelfde soort verbazing op, want er waren heel wat oudjes bij die nog nooit de zee hadden gezien. Deze derde reis eindigde overigens in mineur. Toen men na een stop in Utrecht verder wilde, miste men een van de reizigers. Oorspronkelijk dacht men aan een slippertje en daarmee werd dan bedoeld dat de betreffende man stiekem een borreltje was gaan drinken, iets wat wel vaker gebeurde tijdens bejaardenreisjes. Er werd overal gezocht en na lang wachten besloot men in ‘s hemelsnaam toch maar naar Elst terug te keren. Niet in de gebruikelijke hoerastemming uiteraard, want er was nog steeds geen telefoontje binnen ’dat er iemand gevonden was’. De volgende dag was de man nog steeds niet boven water, zodat de politie een oproep via de radio deed, waarna hij wel heel snel in Vinkeveen werd ontdekt. Hij had de hele nacht rondgezwalkt. Hij bleek de vorige dag in een lijnbus te zijn gestapt, die erg veel leek op de groene bus van Velox. Op de vraag waar hij heen moest heeft de ongelukkige man waarschijnlijk de Zuiling genoemd, waarop de conductrice hem een kaartje gaf voor het nabijgelegen Zuilen.

Na twee verre tochten naar Amsterdam en Scheveningen, besloot men het dichter bij huis te zoeken en de grote steden te mijden. Men trok naar Brabant, de Veluwe en de Achterhoek/Twente. De bekende Elstenaar Cor Peters verzorgde tijdens de maaltijd een muzikaal optreden. Twente en de Achterhoek zijn dan wel mooi, maar de boeren onder het gezelschap hadden toch hun bedenkingen. Zo vonden ze het uitzicht vanaf de Holterberg wel prachtig, maar de grond hadden ze nog niet voor niets willen hebben.

In het jaarverslag en de kranten werd steeds geschreven over de grote belangstelling bij de terugkeer van de stoet, opgewacht door Juliana en Henricus en een grote mensen massa. Daar werd soms zelfs nog wat gehotst op het bordes en werd er gespeecht door de voorzitter en de burgemeester en andere notabelen. Overigens was het heel attent van de Elster burgemeesters dat ze de tocht geheel of gedeeltelijk meemaakten.

Nog jarenlang werd de ouderenreis gefinancierd met de opbrengst van de collecte. In 1978 besloot het nieuwe bestuur om een geldelijke bijdrage te vragen van de deelnemers. Dit heeft geduurd tot 1984, toen het bestuur besloot te stoppen met de tochtjes.

Maar de herinneringen aan de prestige reizen bleven voortleven en in 1984 vroeg burgemeester Galama aan Antoon Hermsen om deze dag nieuw leven in te blazen. Antoon vond in het echtpaar Te Lintelo en mevr. Jaspars drie bondgenoten en in 1988 gingen de reizen weer van start en wel in de vorm van een bootreis. Zo’n bootreis, al dan niet gecombineerd met een bustocht, bleek een gelukkige gedachte en in de volgende 15 jaar stond zo’n combinatie dan ook heel wat keren op het program. De collecte werd afgeschaft en het geld kwam vooral van de Elster ondernemers, van ideële instellingen en enkele particulieren. Verder werd er van de deelnemers een bijdrage van 25 gulden gevraagd. Gelukkig bleven er ook tradities overeind. Zo maakte de burgemeester een gedeelte van de reis mee en in Elst werd het gezelschap ‘s avonds opgewacht door de harmonie.

Vanaf 1989 werd er niet meer gebedeld bij de Elster ondernemers, maar werd steun gezocht bij particulieren die zich als vrienden van de dagtocht verplichtten om minstens twee jaar lang 65 gulden te betalen. Als vrienden van DOE (Dagtocht Ouderen Elst). Het Leidend driemanschap van DOE werd gevormd door de heren Hermsen, Te Lintelo en Leurs. Net als vroeger was er veel ruimte voor entertainment onderweg. In 1990 bijvoorbeeld vermaakten Peter Scheffer, de familie Leurs en Theo Polman het reisgezelschap. Vanwege de kosten, inmiddels met euro’s, daalde het aantal deelnemers De laatste dagtocht ging naar Friesland in 2004.